Oorlogsmonument GEBOGEN MAAR NIET GEBROKEN

Oorlogsmonument GEBOGEN MAAR NIET GEBROKEN

Sevenum

Ontwerper: CH. Le Lorrain in 1946, restauratieontwerp door P. Pijpers in 1970.
Plaats: De Donckstraat 4, Sevenum
Jaar van oprichting: 1946

Het monument aan het Julianaplantsoen te Sevenum is opgericht ter nagedachtenis aan 34 medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen.

Het monument aan het Julianaplantsoen te Sevenum heeft de vorm van een ruïne met daarop een propeller van een neergeschoten Engelse jachtbommenwerper. Het monument is opgebouwd uit puinstenen van de oude kerktoren van de in de oorlog verwoeste parochiekerk. Op het granieten voetstuk is een plaquette bevestigd. Het gedenkteken is 4 meter hoog en 3 meter breed. 

De tekst op het monument luidt:

'GEBOGEN MAAR NIET GEBROKEN'. 

Op de plaquette zijn de namen van 34 gesneuvelden uit Sevenum aangebracht. 

De symboliek van het monument luidt als volgt: 'Boven het puin, door de oorlog in ons dorp veroorzaakt, stijgen hoog de wieken der bevrijding, wél gebogen, niet gebroken.'

Ch. Le Lorrain maakte in 1946 de ontwerptekening voor het monument.
Het monument is in 1970 gerestaureerd en er is toen een plaquette op het voetstuk aangebracht. Het ontwerp daarvoor is van grafisch ontwerper P. Pijpers.


Het monument is geplaatst aan het Julianaplantsoen te Sevenum. Het gedenkteken is moeilijk bereikbaar voor minder-validen.

Het monument aan het Julianaplantsoen te Sevenum is opgericht ter nagedachtenis aan 34 medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. 

In het begin van de Tweede Wereldoorlog ontsnapten er vanuit Duitsland vele Franse krijgsgevangenen. Zij staken bij de Noord-Limburgse bossen de grens over. De meesten van hen belden voor hulp aan bij pastorieën. Ook pastoor Vullinghs van Grubbenvorst werd veelvuldig om hulp gevraagd. Toen de toestroom aan Franse vluchtelingen te groot werd, ging pastoor Vullinghs op de fiets naar zijn geboorteplaats Sevenum. Hier riep hij de hulp in van de broers P.G. en J. Vermeeren, wier moeder het postkantoor beheerde. Het Sevenumse postkantoor groeide uit tot een soort internationaal en illegaal reisbureau. De Fransen werden in Sevenum op Nederlandse rijwielen gehesen en onder begeleiding naar de Belgische grens gebracht. Vanaf 1942-1943 kreeg de hulp aan vluchtelingen meer structuur en werden er ook auto’s ingezet. Als er in Sevenum gevaar dreigde, waarschuwde men elkaar met lichtsignalen of met slagwerk tegen een stuk rail. De provinciale leider van de Limburgse onderduikersorganisatie, de onderwijzer Jan Hendrikx uit Venlo, vond dat de Sevenumse organisatie model moest staan voor de hele provincie. Tot de in Sevenum ondergedokenen behoorde ook politicus Jan de Quay, de latere minister-president. 

Leden van de Ordedienst hadden bij de hoeve 'Rust Roest' in Sevenum een afwerpplaats ingericht waar geallieerde vliegtuigen wapens en munitie konden droppen. Op 20 september 1944 kwam het in de omgeving van de boerderij tot een vuurgevecht tussen de verzetsmensen en plunderende Duitse militairen. De soldaten sloegen op de vlucht, maar kwamen een dag later terug met vijftig man. De hoeve werd met de grond gelijk gemaakt. OD'ers die achtergelaten wapens wilden ophalen, werden beschoten. Hierbij raakte één verzetsman zwaar gewond en werd een inwoner van Sevenum door een verdwaalde kogel dodelijk getroffen. 

Sevenum werd bevrijd op 22 november 1944. Op deze dag heeft de bezetter nog wel een geallieerde jachtbommenwerper aangeschoten. Het toestel maakte een noodlanding, niet ver van de Kevelaersedijk. Omwonenden hielpen de piloot in de bossen te ontkomen. De gehavende propeller van dit toestel, die werd verborgen, domineert nu het oorlogsmonument in Sevenum. 

Onthulling
Het monument is onthuld op 4 mei 1946. Het gerestaureerde monument is opnieuw onthuld op 4 mei 1970 door prof. dr. Jan de Quay, ter gelegenheid van de 25ste herdenking van de bevrijding. 
 

Meer informatie

Alle mooie en interessante plekken